Start

Geplaatst op door in de categorie Geen categorie

Henk zit in de wachtkamer wat ingezakt en somber voor zich uit te staren. De kleding is schoon en casual, de schoenen afgetrapt. Kort haar, wat vadsig gezicht en er is sprake van overgewicht. Ik kuch even en Henk kijkt mij onderzoekend aan. Henk, vraag ik en hij knikt. Kom verder. Vermoeid staat Henk op en hij wankelt even. Dan laat ik hem voorgaan in mijn praktijkruimte. We lopen de lichtheid van de ruimte in en ik vraag me af of Henk dit ook registreert. Of zit hij te diep in zijn eigen zielenroerselen dat dit hem nu volledig ontgaat. We nemen plaats in de twee tegenover elkaar staande fauteuils. Henk past er net in.

Welkom Henk, zeg ik, heb je de praktijk goed kunnen vinden? Ja, zegt hij, dat was niet het moeilijkste dat ik vanmorgen te doen had. Dan zwijgt hij weer. Nu kan ik twee dingen doen, direct op de opmerking ingaan en vragen wat voor hem het moeilijkste was. Of dit even laten rusten, beginnen met de meer praktische zaken en dan in het tweede gedeelte van het uur op deze opmerking terug te komen. Ik kies er voor om hem te vragen naar het moeilijkste van de ochtend. Daarmee vallen we met de deur in huis.

Opstaan, dat is het moeilijkste, zo geeft hij aan. Ik heb een hekel aan de ochtenden en heb last van mensen die in de ochtend al het zonnetje in huis zijn. Hij snuift verachtelijk. En daarna glimlacht hij. Voor mij raadselachtig na wat hij verteld heeft. Hem aankijkend trek ik mijn wenkbrauwen op met een vragende blik in mijn ogen.

Ja, ik lach nu omdat op mijn werk iedereen commentaar heeft op mijn ochtendhumeur en het terzelfder tijd ook heerlijk vindt om mij hier elke dag weer mee te plagen. Plagen?

Ik had het goed  gehoord, hij zegt plagen en niet pesten. Bij het gebruik van het woord pesten zou ik me zorgen maken. Dan zou er sprake kunnen zijn van meer tegen één, van een machtsverschil en het slachtoffer kan zich niet weren tegen de pestkop en de meelopers. Hier liggen vaak problemen op de loer. Als je geplaagd wordt kun je terugplagen. Plagen is niet gemeen en voor beide partijen grappig. Er is geen machtsverschil en je kunt terugplagen.

 

Ik parkeer mijn gedachtegangen over pesten en plagen in mijn denkbeeldige garage om mijn aandacht weer te focussen op Henk. Het mijmeren en verder interpreteren van verschillen is goed voor het verslag achteraf.

Heb je altijd al een ochtendhumeur gehad, vraag ik.

Nee, dat is eigenlijk van de laatste paar jaar en het lijkt wel erger te worden, zo geeft hij aan. Dat is ook waarom ik kom. Dat wilde ik eerst helemaal niet, sorry hoor, en hij kijkt me schuin aan. Maar nu wordt het lastig in mijn relatie en natuurlijk ook met de kinderen. Henk draait zijn hoofd om naar het zonlicht dat door het raam naar binnen valt. De kruinen van de bomen die we zien zijn vol en groen, nog fris aan het begin van de naderende zomer.

 

Hoe gaat dat dan, thuis als jij opstaat?

En dan hoor ik een verwarrend relaas van Henk over zijn relatie, zijn kinderen, zijn werk, zijn vermoeidheid, zijn suikerziekte en dan zijn angst dat juist die suikerziekte hem de das om zal doen. 15 minuten heeft deze ogenschijnlijk stille en in zichzelf gekeerde man gepraat. En dan stopt hij abrupt alsof hij schrikt van zichzelf. Vervolgens mompelt hij nog: Stom hè om voor zo’n ziekte bang te zijn, er zijn medicijnen voor en zoveel meer mensen moeten hier mee leven.

Ik heb gemmmt, geknikt, begripvol en nieuwsgierig naar het verhaal geluisterd en in gedachten de verschillende vraagstukken op een rijtje gezet.

 

Dan blijft het even stil tussen ons, wij beiden laten dit verhaal op ons inwerken. Ik merk ook op dat er inmiddels 50 minuten van het uur voorbij zijn. Gelukkig heb ik voldoende ruimte tussen de afspraken gepland om even over het uur heen te gaan. Toch vind ik het ook belangrijk om het tijdsaspect wel in de gaten te houden, zowel voor mijzelf als voor mijn cliënten.

 

Nee, is mijn stellige antwoord, niet stom en niet dom. En wat ik hoor is dat er meerdere zaken spelen, een combinatie van levensvragen die wij in een therapie kunnen oppakken. Kun jij je daar in vinden Henk.

Een hele diepe zucht wordt de praktijkruimte ingeblazen. Hij kijkt me aan en zegt Ja, dat wil ik wel……… maar ik hoop dat ik het volhoudt, al dat gepraat.

 

We gaan onderzoeken en kijken hoe jij dat gaat doen en hoe jij je weer beter in het leven gaat voelen.

Vervolgens maken Henk en ik een aantal afspraken en leg ik hem de ‘regels’ van mijn praktijk uit. Bij het verlaten van de praktijk krijg ik een pijnlijk stevige hand van Henk en hij gaat iets minder ingezakt de deur uit, naar ik hoop met het vooruitzicht op een krachtiger toekomst.

 

 

Terug naar het overzicht